zondag, december 07, 2014

Over mezelf, met een strikje

37. Ooit bombardeerde mijn broer dit getal tot zijn geluksgetal, na een bevlogen les van de leraar wiskunde (van wie ik me nu afvraag of het niet hij was die mijn broer de das omdeed en een extra jaar secundair bezorgde). Bijna ongemerkt ben ook ik het als een bijzonder getal gaan beschouwen, zij het de laatste tijd vooral één dat me verder van de 35 voerde en dichter bij de 40 bracht - wiskundig gezien niet eens correct, maar dat kan deze taalliefhebber wellicht makkelijk vergeven worden. En nu is het er, dat lichte gewicht van de terugblik en de uitnodiging tot een vooruitblik. Als een te vroeg gestrande midlifecrisis. De doelen die ik me als pre-dertiger had gesteld blijken vlot verplaatsbaar en gelden, slechts licht gewijzigd, nog even goed voor deze pre-veertiger. Een huis, drie kinderen en enkele makkelijker verwaarloosbare realisaties later lijken ze minder haalbaar dan toen. En toch. Achteromkijken zet alles in een ander perspectief. Hoe relatief hij is, tijd, leeftijd. Aan de vooravond van mijn verjaardag lees ik een interview met Ian McEwan, zesenzestig: 

'Ik moet altijd denken aan mijn moeder, die ooit zei "Was ik maar opnieuw vijfenveertig!". Zelf was ik toen in de twintig. Toen begreep ik haar niet. Nu wel, o wat begrijp ik haar nu goed. Op je vijfenveertigste ben je fysiek nog in staat om veel te doen en je weet een en ander over het leven, het is de allerbeste leeftijd.'
Nog zeven jaar heb ik. Zeven vette jaren, naar dat allerbeste getal. Ik bind er alvast een strikje om.

Geen opmerkingen: